top of page

Trektocht door Namibië per 4x4, 2015.

Waar wil je met de kerst naar toe’, vraagt Sjiera.

Het is juli 2015 en we lopen in de Brenta Dolomieten, in Italië. Zo gaat het altijd; onze vakanties worden geboren in de vorige vakantie.Wil je een paar dagen weg of een eind, vraag ik terug. Een eind weg is misschien ook wel lekker, krijg ik weer. Met als opmerking dat Zuid - Afrika wel een optie is. 'Dan kies ik voor Namibië. ZA ben ik al een paar keer geweest en Namibië schijnt erg gaaf te zijn.' Sjiera ook niet flauw, prima! Het plan is geboren.

We maken voorbereidingen over de plaatsen die we willen bezoeken en laten dit door een reisbureau in een pakket gieten. Aangezien campsites in Namibië soms maar een paar kampeerplaatsen hebben, wil je wel zekerheid hebben. De volgende ligt namelijk niet tien km. verderop. Ook stel ik een 'harde voorwaarde' voor deze reis: rijden in een fourwheel drive met de tent op het dak. We hebben een deal!

 

17 en 18 dec. 2015.

Eindelijk gaat de reis beginnen!

We mogen 23 kg meenemen maar halen beide nog geen 17 kg. Geen tent, slaapzakken of kookspullen scheelt natuurlijk.

Met de taxi naar ‘t station en treinen naar Schiphol. Inchecken gaat redelijk snel hoewel de snellere douanepoort, de befaamde 'snelle' 360 scan, een vertraging oplevert. In Frankfurt stappen we over op Air Namibia naar Windhoek. Eenmaal in de lucht doe ik wat ik altijd doe; filmpje kijken. Het werkt alleen niet, de hele 'weg' niet. Bij niemand.

In Windhoek staan drie vliegtuigen en wij zijn nummer vier. Zou 't nou druk zijn of rustig... Als we uitstappen slaat de warmte op ons neer; zomer in de tropen! Na de douaneformaliteiten worden we opgehaald om de 4x4 te ontvangen. De uitleg duurt twee uur! Veel do’s and don't, pakweg 25 handtekeningen, maar ook uitleg over de auto zelf. Twee grote dieseltanks, twee reservewielen, 50 ltr. watertank, koelkast en een volledige keuken. Het ziet er allemaal erg cool uit. Dan gaan we eindelijk op weg naar onze lodge in Windhoek; Vondelhof Guesthouse.

Het is een leuk en gezellige plek. Mooie kamer en een lekker zwembad. Wel lekker als je nog niet aan de hitte gewend bent. De dame aan de balie is erg vriendelijk. Iets wat we door heel Namibië zouden ervaren.

Er is veel Duitse historie in Namibië, een overblijfsel vanuit de Duitse kolonisatie. In Windhoek nemen we een lunch en lopen wat door 't centrum. We zien een winkel die kudu en oryx stangen verkoopt. Ze hebben ook filiaal in Swakopmund. Kunnen we er nog even over nadenken.

In de avond eten we in restaurant Nice dat als trainingscentrum dient voor een goede Horeca groep in Namibië. Erg goed en de mensen doen erg hun best. Natuurlijk eten we 'game' met een heerlijke fles Zuid - Afrikaanse wijn. Ik kom al behoorlijk in de stemming.

 

19 dec. 2015.

Voor we op pad gaan moeten we inkopen doen, want onderweg kon dat wel eens lastig/ onmogelijk worden. We kopen voor zes dagen eten in. En natuurlijk de nodige spullen die we ook nodig hebben, maar waarvan je weet dat het nooit op gaat komen; olie, zout, suiker ed.

Dan gaan we toch eindelijk op weg , naar Sesriem bij Sossusvlei. Een tocht van 340 km. Als we Windhoek uit rijden neemt Sjiera het stuur over. Ook zij moet met de auto leren rijden. Om Windhoek uit te komen en de juiste weg naar Sesriem valt nog niet mee. We rijden op een road block; alcohol controle. Sjiera is zo geschrokken, dat we met horten en stoten tot stilstand komen. De agenten vragen of alles goed gaat. We leggen uit dat we nog wat aan de auto moeten wennen. Ze kunnen er wel om lachen. Sjiera moet blazen en haar rijbewijs laten zien, daarna kunnen we weer door. We vragen hen nog wel hoe we op de weg naar Sesriem komen. Zij kunnen op de kaart nauwelijks aanwijzen waar ze zelf staan, dat schiet dus niet op. Na een keer fout rijden zijn we dan echt op weg en ik neem het stuur weer van Sjiera over.

WHAAAA! Ik geef een schreeuw door de wagen. Ik zie dat de achterdeur van de bagage cabine is open gegaan! Ik had de deur wel met een klepje vergrendeld, maar de vergrendeling niet met een slotje vastgezet. Door de hobbelwegen is de vergrendeling er af gegaan en de sluiting open gegaan. Gelukkig zijn we niks kwijt.

Het landschap veranderd langzaam in het 'grote niks'. Geen dorp, nauwelijks autos's, maar veel stenen en zand.

Aan het eind van de dag zijn we dan in Sesriem, dat de poort naar Sossusvlei is. Sesriem staat voor zes leidsels. Je had vroeger zes leidsels nodig om water uit de put te halen. Zo diep zit het water onder de grond. Sesriem Lodge is een grote zandvlakte met hier en daar een boom. We staan helemaal aan de rand en hebben een geweldig uitzicht over de woestijn. Ook zien we het eerste wild lopen; oryx! Prachtig.

Ik klap de daktent open, leuk! Klinkt gek, maar hier had ik naar uitgekeken. Je hebt een tentenfettish, of je hebt 't niet. Het bed blijkt breder dan verwacht, breder dan ons kleinste trekkerstentje. En zowaar met een matras!

 

20 dec. 2015.

Sjiera had nog steeds een verjaardagskado van mij tegoed. Een ballonvaart bij Sossusvlei leek mij een mooie herinnering. In het donker eten we een klein ontbijt. Zou vaker gebeuren! 

Om vijf uur in de ochtend worden we opgepikt bij de gate van het kamp. Na drie kwartier rijden zijn we op de plek, ze zijn al bezig de ballon uit te leggen. Een enorm gevaarte waar een bak voor 16 man onder hangt.

Rob is de stuur. Hij is nu acht jaar in Afrika en helemaal verknocht aan het continent. De mand is verdeeld in vakken; ieder heeft zijn eigen plek en rondlopen kan dus niet. Lijkt me ook wel nodig. Ik denk aan Drs. P.: 'De boot is vol!'

We stijgen snel naar driehonderd meter en zien de zon opkomen. Wat een prachtig gezicht is dit. Langzaam varen we, een ballon vliegt niet maar vaart, richting Sossusvlei. De hoge duinen komen langzaam dichterbij. Zo mooi in de ochtendzon.

Onder ons zien we oryxen lopen en de volgauto spot een hyena. Via de radio krijgen we de plek door en in de verte zien wij hem ook lopen. Mooi moment.

Na een uur varen, keren we terug naar Aarde. Rob maakt er een 'sportieve landing' van. Bumpy dus. Daarna worden we meegenomen naar een prachtige plek voor een Champagne ontbijt met gerookte zebra, ander heerlijk vlees, vis, fruit, enzenz. Wat een heerlijke afsluiting is dit.

's Avonds gaan we nog een hoge duin op voor de zonsondergang. Onderweg zien we weer oryxen lopen. Het avondrood is onvoorstelbaar mooi.

We duiken er vroeg in, want morgen is het ook weer vroeg dag.

 

21 dec. 2015.

Uitslapen is er niet bij; vijf uur gaat de wekker. Snel een ontbijt achter de kiezen en de daktent opbreken. Dat gaat gelukkig snel. Het wordt een dagelijks klusje, want met de tent opengeklapt is het toch lastig rijden....

We willen de duinen in. Naar 'Dune 45', wat de hoogste schijnt te zijn. Eerst moeten we een weg van 60 km door diezelfde duinen afrijden, wat een zand! De laatste vijf km. gaat door echt mul zand. De fourwheel drive gaat aan en de wagen ploegt zich er gemakkelijk door. Beetje slippen, beetje glijden; mooi werk! We hadden de tip gekregen om de bandenspanning omlaag te doen voor meer grip. De wagens voor ons rijden gewoon door. Wij dus ook. Geen centje pijn.

Omdat we vroeg zijn vertrokken is het nog lekker rustig. 

In een uurtje lopen we op de duin naar boven. Als je naast het ingetrapte pad stapt, zak je een halve meter naar beneden. Het zand ligt heel erg los. Deze duinen zijn tot 300 meter hoog en door de constante wind van zee verplaatsen ze zich twee à drie meter per jaar. De zonsopgang is erg fraai met die scherpe lijnen van de duintoppen.

De afdaling pakken we anders aan; we rennen door het mulle zand naar beneden.

Helemaal beneden komen we in de zoutpan aan; Dead Vlei. Een grote vlakte die ooit onder water stond. Op een enkele boom na groeit hier helemaal niks. Het ziet er uit als een groot bevroren meer.

Omdat we er toch zijn willen we Hidden Vlei ook nog zien. Veel mensen slaan dit over, lekker rustig dus. Hidden Vlei is ook een zoutpan, maar ligt meer besloten in de duinen. Daarna ploegen we weer terug met de 4x4, alleen rij ik nu nog wat sportiever.

Als we weer bij ons kamp zijn gaan de badspullen aan, afkoelen geblazen. Mijn horloge geeft 50 C aan. Door de droogte zweet je niet, maar het warmt wel lekker op.... De 'koelkast' van de auto trekt het ook niet meer, hij geeft ruim 25 graden aan. Het water wordt warm en de groenten raken aan hun eindje. Lastig, want we kunnen voorlopig geen inkopen doen. 

Na bellen met de verhuur, krijg ik te horen dat het ook wel erg warm buiten is. Ik laat het er even bij.

's Avonds gaan we weer de zonsondergang kijken, op de duin 'Elim.' Die blijkt lastig te vinden, dus pakken we een andere. Keuze genoeg.

 

22 dec. 2015.

Voor we naar de volgende plek rijden, gaan we eerst nog even naar Sesriem Canyon.

Een mooie wandeling door de kloof en er is bijna niemand te bekennen. Op de vogels na, die hier hun nest hebben.

We hebben een kleine rit van maar 100 km, maar met deze wegen ben je dan wel een paar uur onderweg. Vanuit de 'duinen' rijden we nu het binnenland in, richting Bullsport. Onze bestemming is de Naukluft Campsite.

De Naukluft is de oudste woestijn die er is. Zo ziet het er ook uit, stoffig!

Omdat we 4x4 rijden wil ik een binnenweg nemen, de 'normale' weg vind ik te gewoon. De weg die ik op de kaart vind, blijkt niet (meer) te bestaan, onder het zand gewaaid?? De normale weg blijkt eigenlijk hobbelig genoeg, wat wel aan geeft wat die andere weg had kunnen zijn.

We waren al gewaarschuwd bij het ophalen van de auto; alles komt onder het stof te zitten! De bagagecabine heeft een klein luikje naar buiten, dat het stof dat binnen dringt naar buiten zuigt tijdens het rijden. Deze  'Ongelovige Thomas' doet natuurlijk het luikje dicht omdat hij het niet gelooft, maar na openen van de achterdeur blijkt zijn onwetendheid. Het luikje blijft dus open! De cabine waar wij zelf zitten blijkt gelukkig wel stofvrij. De omgeving is indrukwekkend mooi en bijzonder. Zo droog als het oppervlak is, ondergronds stromen hier rivieren. Off Road rijden is verboden in Namibië. Niet alleen om de trage natuur niet te verstoren (bandensporen kunnen maanden zichtbaar blijven), maar hierdoor kan een ondergrondse rivier met zand vollopen, waardoor de natuur verstoord wordt.

Bullsport blijkt niet meer dan een campsite met wat vage handel er omheen. Maar het heeft wel een plaats op de kaart van Namibië! Veel plekken op kaart blijken niet meer dan dat, een plaatsaanduiding zonder verdere zichtbare inhoud.

We zien de oprit naar onze campsite. De weg wordt er niet beter op. Naast de gebruikelijke grindweg en 'washboard road', krijgen we er nu ook dikke keien bij. Ik probeer er handig omheen te manoeuvreren, maar het smalle weggetje maakt het me niet makkelijk. Hobbelen dus. 

'Wat een raar geluid maken we!' Ik kijk in mijn spiegel en zie dat we een lekke achterband hebben; Fuck!! En nu?? Hij blijkt niet lek, maar compleet kapot geslagen.

De krik blijkt er één voor een personenauto, maar dit gevaarte weegt 2,5  ton! Ik krijg er een fitness training bij in 50 graden. Na drie kwartier is de band gewisseld en kunnen we verder. Als we dan hebben ingecheckt, nemen we op het 'terras' een koel drankje. Die smaakt een heel stuk beter dan een slok water van 30 graden. Prutkoelkast!

De campsite is supermooi! Groen, beekje en schaduw ! We worden gewaarschuwd voor de bavianen; NIETS buiten laten liggen wat ook maar lijkt op eten. Ook niet in de cabine van de auto. Ook worden we gewaarschuwd voor slangen en schorpioenen; 's avonds met dichte schoenen lopen. Het gaat steeds leuker worden.

In de middag maken we nog een kleine wandeling. Er loopt een wandeling naar twee 'pools' in een riviertje. De omgeving is dichtbegroeid met struiken die allemaal harde scherpe dorens hebben. Opletten voor je blote armen dus. We kijken uit naar bavianen, maar zien niks. Maar zij ons misschien wel. Na een uurtje komen we bij de 'pools'. De kleren gaan uit en in 'ons niksie' stappen we het water in. Verkoelend is een groot woord, maar lekker is het wel. Daarna terug.

Eten doen we 'uit', in het restaurant van de campsite. Een mooie oryx steak met Franse friet. Met samengeknepen billen gaan we naar bed. Gaan we nog last van die Bavianen krijgen?

 

23 dec. 2015.

Maar de volgende ochtend gezond weer op!

De wekker gaat weer vroeg, 6 uur. Plotseling horen we een enorme herrie bij de buren.  Er blijkt een baviaan met wat kratten te slepen. Lekker wakker worden voor hen...

En alweer vroeg op, hoezo vakantie?

We gaan het Olive trail lopen en om dit nog een beetje haalbaar te maken moet je vroeg beginnen. De tent wordt ingeklapt om de bavianen te ontmoedigen en we gaan op pad. Het pad loopt eerst omhoog. Handig, want nu is het nog niet zo warm! De rotsen zijn rood gekleurd en de zon doet er nog een schepje bovenop. We lopen door ruige natuur, die eindigt in een smalle kloof. Er schieten twee oryxen voor ons langs, maar niet snel genoeg om ze vast te leggen. Wat zijn het toch fraaie beesten.

Ook moeten we nog een kort maar serieus stukje klettersteig doen. Langs een staalkabel lopen met een watertje onder je. Dat water is niet het probleem, maar de treden waar je je voeten neer moet zetten zijn slecht te vinden. Gelukkig gaat alles goed.

Terug in het kamp beslissen we wat we gaan doen. Er is een langere versie van de wandeling langs bronnen, maar zeven uur lijkt ons gezien de hitte te veel. Bovendien willen we de band laten vervangen en zijn bang dat alles met kerst dicht is. Na een koude cola en een verkoelende douche besluiten we te vertrekken. Hier nog een dag hangen zou zinloos zijn.

De weg is het verlengde van wat we kennen; hobbelen, rammelen en lange stofwolken achter je latend.

Wij gaan op pad richting kust, naar Walvis Baai en Swakopmund. Maar we willen eerst ons wiel gerepareerd hebben. Dat kan in Solitaire, waar we ook doorheen komen. Solitaire blijkt een bandenservice plaats, kroeg, campsite en een Duitse bakker! Plus een tiental total verroeste Old Timers.

De bandenwissel wordt een leuk dingetje. Ik kies voor een tweedehands band en heb de keuze uit drie. Afdingen heeft helaas geen zin en op mijn vraag wat ze voor mijn oude klapband geven wordt alleen gelachen.... De kosten zijn 1750 Nam.$ incl. opleggen; ruim €100,-. Dat valt gelukkig mee. Met een half uur is de klus alweer geklaard. Kom daar maar eens om bij de Kwikfit!

Bij de bakker kopen we een lekker brood en laten we ons verwennen met koffie en Deutsche kuchen. In Namibië!

We rijden door de meest bizarre natuur. Of het zijn alleen enorme rotsblokken, of gruis met kleinere stenen, maar ook de meest vreemde golvende landschappen van steen. Niet te beschrijven. Woestijn in al zijn vormen.

Onderweg willen we een Campsite aandoen om te overnachten. Nog een hele klus. Voor de Campsites die we vinden, hebben we een permit voor nodig. Aangezien we die niet hebben rijden we door.

We zijn nog maar 50 km van Walvis Baai en besluiten dus maar door te rijden. In Namibië is dat goed voor een uurtje rijden.

Er staat een auto langs de kant met een heel gezin er omheen. Ze blijken een lekke band te hebben die ze met een fietspomp proberen op te pompen. We stoppen. Ik stel voor om onze compressor er op te zetten. In een minuut is de klus geklaard. Maar als de compressor is opgeborgen is de band al weer leeg! Zo lek als een mandje. En nu?

Paps weet een huisje in de buurt waar hij hulp kan krijgen. We willen ze ook niet laten staan, dus geef ik hem een lift. Moeders, vier kids en Sjiera blijven achter. De hulp blijkt een andere binnenband, die hij er zelf om gaat leggen. Hij blijkt een auto te willen kopen en dit was een testrit... Ik heb wel met 'm te doen, maar kan verder ook niks.

In Walvis Baai vinden we al snel een hotel, checken in en nemen een heerlijke douche.

Op zoek naar dat hotel had ik mijn oog laten vallen op een restaurant dat op palen in het water staat. Die is voor ons. Het is een vrij groot maar erg gezellig ding. Goede bediening en erg lekker eten! Aangezien we aan zee zitten, nemen we natuurlijk vis. Verser kan het toch niet. Een lekkere Zuid - Afrikaanse wijn er bij en 't feest is weer compleet.

 

24 dec. 2015.

Heerlijk ontbeten: eieren met spek en worstjes! En ondergetekende heeft een uurtje langer mogen slapen.

Walvis Baai staat bekend om zijn grote kolonie flamingo's en pelikanen. Die willen we niet missen.

De flamingo's zijn snel gevonden. Nog voor we het dorp uit zijn zien we er honderden door het water flaneren. Prachtig!

De pelikanen zij dan al naar zee vertrokken, op een enkele overvliegende na. Maar de flamingo's maken het meer dan goed. Ik schiet de foto's en Sjiera haar eerste filmpjes.

We moeten ook weer boodschappen doen, want het is onduidelijk of dat hierna nog kan. Dat is wel een lastige in Namibië. De weg naar Swakopmund loopt over een enorm strand. Geen water te zien, alleen zandstrand.

Dit is Skeleton Coast. Een strook zand van vele honderden km's lang en tot wel honderd km breed. Door de grillige zeestroming zijn hier in het verleden vele schepen op de rotsen geslagen. Hun skeletten staan nu als herinnering in het zand. Swakop (zo heet 't in de volksmond) blijkt een erg leuk en gezellig plaatsje. Veel huizen hebben een Victoriaanse stijl. Lekkere sfeer ook. We lopen wat door 't dorpje en ik scoor klein authentiek maskertje. Die komt bij mijn drie andere Afrikaanse maskers te hangen.

Omdat we twee dagen eerder bij 'de bavianen' zijn weg gegaan dan gepland, kunnen we nog niet naar ons pension in Swakop. Sjiera stelt voor om naar Henties Baai door te rijden en daar een campsite aan te doen. Dat scheelt in tijd als we daar naar de pelsrobben op Cape Cross gaan.

Het is een erg winderige plek op een stuk kaal zand, voor vrnl. vissers. Maar we klagen niet; we hebben vakantie, het is mooi weer en we vermaken ons prima. We maken nog een loopje over het strand en verbazen ons over de vele dode jonge robben die er liggen. Geen idee hoe 't komt, maar het is een naar gezicht. Na het eten maak ik weer een fikkie. Leuke bezigheid, maar het valt niet mee om hardhout aan het branden te krijgen.

 

25 dec. 2015.

In de ochtend gaan we naar de pelsrobben. Duizenden en duizenden. We zien een paar robben nog met de nageboorte rondslepen. Heel veel jonge robben, maar ook heel veel dode jonge robben. Er wordt niet zachtzinnig mee omgesprongen. Veel onhandig gesleep en bijten naar elkaar. Ook over de jonge robben heenlopen blijkt normaal.  27% van de jongen haalt het niet, maar de populatie lijkt het te kunnen lijden.

Op de terugweg gaan we nog bij zo'n scheepswrak kijken. Hij steekt nog voor de helft uit het water en de plaatselijke aalscholvers hebben er hun vesting van gemaakt. We rijden terug naar Swakopmund, naar ons pension Pebblestone House. Even lekker liggen op een echt bed en dan 't centrum vast verkennen.

Door naar het strand. Mooie golven en veel vertier. Afspreken om de  25 en 26e uit eten te gaan valt nog niet mee. Die avond eten we bij Kuckie's Pub. Een leuke bruine kroeg waar we prima eten: oa gegrilde oesters. We denken terug aan onze vakantie in Senegal met Geer, waar we heerlijke gegrilde oesters aten.

 

26 dec. 2015.

Vandaag een erg luie dag; luieren, shoppen en het strand aandoen. Het lijkt net vakantie...

Door al het gehobbel over de wegen is de voorbumper los komen te zitten. Hij was al extra vast gezet toen we hem kregen, maar dit ziet er niet goed uit. Bij een garage laten we het fiksen door een lokale zwartwerker en krijgen er de opmerking bij dat verder rijden niet handig is. We besluiten met de autoverhuur te bellen, we willen een andere wagen. De koelkast doet 't ook nog steeds niet en er zijn meer mankementjes. We krijgen gehoor, maar de wagen kan niet eerder dan op de 31e omgeruild worden. Dat moet dan maar.

In Windhoek hadden we een shop gezien met mooie souvenirs en daar hoorden we dat ze ook een filiaal in Swakop hebben. Die gaan we opzoeken. We kopen er twee hoorns van een kudu. Prachtige kleur en erg fraai. Ook koop ik een leren huid van een kudu. Wat ik er van wil maken weet ik nog niet, maar voor €25,= laat ik hem niet liggen! We scoren nog servetringen van kudu hoorn. Kudu 'is in.' Stelletje toeristen lijken we wel.

Sjiera was ook nog op jacht naar een nijlpaard, van hout dan. In ons snelle bezoek van een paar dagen geleden had ze er één gezien. Groot en eigenlijk ook te duur. We lopen de zaak weer in en besluiten hetzelfde; erg mooi maar te veel geld.

We brengen de spullen naar het pension en gaan door naar 't strand. Veel vertier. Vrnl gestoei in de golven. Zwemmen kan hier niet, daar is de branding veel te sterk voor. Na veel flaneren belanden we bij een Indiaans restaurant. Sjiera gaat voor lamsvlees en ik voor hete kip. Ik wilde eigenlijk rundvlees, maar dat gaat hier natuurlijk niet! Rijst er bij en naan brood en papadans. De witte wijn was helaas twee jaar te oud, maar ik had geen zin om te mekkeren. Prima diner voor de tweede kerst. Erg smakelijk.

 

27 dec. 2015.

We gaan het binnenland weer in, maar eerst weer die zandwoestijn door. Eerst een klein uur terug naar Henties Baai en daar het land in. 

Bijna anderhalf uur rijden we dan nog door het zand; Veel gehobbel en gestuif. Het grote Niks.

Het landschap veranderd weer. We gaan de Namib woestijn uit en komen meer in het berglandschap. De kleur van het land is nog wel hetzelfde, dieprood. Zo vreemd.

Onze bestemming is het Mowani Mountain Camp. Uren en uren hobbelen we door. Als 't meezit rijden we 80, maar vaak ook 50 of maar 20. Gelukkig maakt de natuur veel goed, die is nl superfraai! Het is ook een stukje heter in het binnenland, we gaan weer dik de 40 graden in. Wel weer wennen na de iets koelere kust.

Eind van de dag zijn we er dan. Een absoluut super plaats. Onze site zit tegen de rotsen aangeplakt. Er is met een lemen muurtje een open douche en wasruimte gemaakt tegen de rotsen aan, met uitzicht over het dal. Het is eind van de dag en nog steeds loeiheet. Ik zet de tarp op om wat extra schaduw te krijgen.

Om vijf uur komt een man onze geiser aan doen; Een ketel die via de waterleiding gevuld wordt, waaronder een vuurtje wordt gemaakt. 'Lekker warm water voor je gezicht', zegt hij er bij. Die ketel heeft wel de hele dag in de brandende zon gestaan, dus dat water was al heet.... Het gebaar is goed en daar gaat 't om.

We koken bij de auto met uitzicht op een prachtig rode ondergaande zon. Het water uit de koelkast is niet koud (lees; warm) en de rode wijn te warm. Ik kijk uit naar de andere auto.

In de avond ben ik weer de padvinder; fikkie stoken. Niet eenvoudig trouwens, hier is alleen hardhout te vinden. En zonder aanmaakblokjes heb je dan wel een probleem. Gelukkig wint de aanhouder, omdat hij zijn longen een half uur leeg blaast in het vuur.

28 dec. 2015.

We gaan vandaag met de auto wat plekken in de omgeving bekijken. We beginnen bij 'Burnt Mountain'. Een vreemde zwarte rots tussen allemaal rode rotsen. In het zonlicht kleurt het paarsachtig op. Waar komt die kleur vandaan?

Dan door naar de rotscarvings. In Afrika zijn veel rotsschilderingen van de San bevolking maar hier zijn rotsgravures. Deze zijn met 5.000 jaar oud, ouder dan de schilderingen. Interessant is dat zij toen al een soort kaarten maakten; Door op rotsen gravures te maken waar water te vinden was. Zo hielden stammen elkaar op de hoogte. Zij waren gewoon de eerste cartografen.

We hobbelen door naar de volgende plek over de 'dirt road.' De 'Petrified Forest' is een plaats waar 280 miljoen jaar geleden bomen vanuit Angola via grote overstromingen naar toe zijn gekomen. Deze zijn bedolven onder een dikke laag en vervolgens versteend geraakt. 

Hier liggen nog hele bomen, volledig versteend. Ik had graag een klomp meegenomen, dat is niet alleen zwaar maar er staat ook een dikke boete op. Ook zien we hier de nationale bloem van Namibië; de Welwitschia. Dit is een plant die twee bladeren heeft, en 'eeuwig' door blijft groeien. Aan de wortel groeit hij en aan het bladeind sterft hij af. Het blad blad splijt dan in meerdere dunne stroken. De plant kan wel 1.500 jaar oud worden. We rijden terug naar onze stek.

Er drijven donkere wolken binnen en niet veel later begint het te hozen. Echt hozen. Eerst zitten we nog onder de tarp, maar al snel zoeken we de auto op. We zien het water in kleine riviertjes over de weg naar beneden stromen. Een tijdje later is het weer droog en kunnen we naar buiten.

Voordeel; de temperatuur is een stuk aangenamer geworden.

 

29 dec. 2015.

Met pijn in het hart rijden we hier weg. Wat was dit een super plek!

We gaan verder naar het noorden, richting Palmwag Lodge. Hier gaan we 'Oud en Nieuw' vieren. Ben benieuwd...

De afstand die we moeten rijden is niet al te lang, maar dat zegt niet zoveel over de tijd die je nodig hebt. En dus komen we in de middag aan.

Een fraaie lodge met hutten en plaatsen voor je camper. Na inchecken duiken we het zwembad in, even je lichaam weer op temperatuur laten komen. De bar langs het zwembad is ook handig trouwens.

Die avond weer koken bij de auto. We worden er handig in. Niet zo moeilijk als het vaak bijna hetzelfde is. Gelukkig smaakt het wel goed. Rond de klok van tien duiken we er weer in.

 

30 dec. 2015.

De wekker gaat weer vroeg; vijf uur.

We hebben een Rhino Tracking geboekt. Helaas heeft het die nacht geregend dus de sporen zijn erg slecht zichtbaar. We zijn de enige die geboekt hebben, maar er gaan wel twee speurneuzen mee, afgezien van de chauffeur. Neushoorns zijn erg schuw en hebben een goede reuk. We willen ze dus 'tegen de wind in' opsporen.

We duiken dieper de bergen in, waar je als normaal mens niet mag komen. De paden worden onbegaanbaarder en we hebben hoop iets te zien. Sporen vinden we wel, maar helaas blijft het daarbij. We zien nog wel een stel bergzebra's, mooie dieren. Wat bruiner dan hun bekendere familieleden. In de middag duiken we weer het zwembad in. Ook hier is het nog steeds erg warm.

We hebben de smaak van het spoorzoeken te pakken en besluiten ook nog een avonddrive te doen. Met een groep van tien man rijden we het park in.

We zien zebra's, giraffen, oryxen en heel veel springbokken. Maar geen olifant en al helmaal geen neushoorn.

Aan het eind krijgen we op een open plek een glas wijn aangeboden met wat lekkere hapjes er bij. We zien de zon rood ondergaan. Evengoed een mooie dag!

31 dec. 2015.

Sjiera en ik hebben besloten dezelfde drive van gisteren te maken, maar dan zelf. Ook willen we wat meer in het noorden van het park kijken. We gaan er vroeg uit en nog voor zonsopkomst gaan we het park in.

Sjiera is de navigator, ik de chauffeur. De weg is soms behoorlijk.... ja, uitdagend. Gelukkig krijg ik de auto steeds beter onder controle en de behoorlijk stijle wegen vol grote keien worden moeiteloos genomen. Het wild dat we zien is hetzelfde als gisteren, maar aan het eind is het toetje. We zien een hele grote giraffe familie. Bijna twintig dieren met kleintjes van dit jaar en vorig jaar. We kijken van grote afstand, maar worden goed in de gaten gehouden. Ze blijven erg op hun gemak en lopen op hun dooie akkertje van ons weg. Mooi schouwspel.

We gaan terug naar ons kamp en Sjiera ziet opeens een soort lynx over de weg lopen. Lynxen zitten hier niet en we houden het op een caracal, wat klopt na raadplegen van onze dierengids. We stoppen de auto en ik probeer dichterbij te komen. Het dier is schuw en gaat er vandoor, maar pas nadat ik hem op de plaat heb gezet.

Op het kamp zijn we in afwachting van onze nieuwe wagen, deze zou tussen twee en vier gebracht worden. We besluiten die tijd in het zwembad stuk te slaan.

Even voor vijf wordt de wagen dan geleverd, het blijkt een grotere Toyota Hilux. De auto is moderner en stiller dan die we hadden. We vonden de vorige wat stoerder, maar zijn wel blij dat we nu een koelkast hebben die het wel doet. Heerlijk om koud water te drinken! Water drinken van bijna 30 graden is toch, vul maar in....

We kijken uit om naar Etosha te gaan, daar moet je zowat over het wild struikelen. Althans, dat horen we van mensen die we hier spreken.

Wat een lap tekst hè..!

1 jan. 2016.

En dus rijden we in de ochtend vol verwachting naar Etosha!

De weg er naar toe is nat en niet heel enerverend. Het heeft de laatste nachten behoorlijk geregend en omdat de weg niet zo aangeharkt is als onze Noordoostpolder, verzamelt het water zich op de diepere plaatsen. Mooie douches toch gevolg. Na een paar uur rijden zijn we dan bij de Gate. 

Ik vraag aan Sjiera wat het eerste dier is wat we gaan zien. 'Een zebra' zegt ze, ik hou het op een springbok. Daar zijn er duizenden van en zie de weddenschap al gewonnen.

Bij de Gate moeten we ons eerst aanmelden, lees; kenteken opnemen. Dan gaan we naar een loket om ons aan te melden, daar hebben ze een ander persoon voor aangesteld.

Vervolgens is er weer iemand anders die vraagt of we toevallig geen wapens bij ons hebben. Ik wil nog een geintje maken, maar besluit dat dit niet het moment en de persoon is om dat te doen. Gemiste kans, jammer!

We zijn nog geen 500 meter in het park of we zien een zebra lopen en twee seconden later een giraffe. Ik kom er met een sisser van af.

Dan opent het park zich 'in al zijn beesten'; veel zebra's, springbokken en giraffen. En dan ineens een hele tijd niks. Waar zijn ze nou gebleven? Echt heel vreemd. Waren ze van de plaatselijke VVV om ons welkom te heten?

Wat later komen we in ons kamp aan: Olifantsrus. Een klein kamp waar in de jaren tachtig vele honderden olifanten zijn afgemaakt omdat hun aantallen anders te groot zouden worden. Dit is hun 'rus'plaats. Een paar grote schedels die er liggen herinnert er nog aan.

We staan aan de rand van het kamp, met uitzicht over het park. Ik zie in de avond al hele kudde's wild voorbij marcheren. Tja.

Vlakbij is ook de drinkplaats. In de avond komen de dieren hier naar toe om te drinken. Gewapend met camera nemen wij dus plaats om het schouwspel te bekijken. Niks! Het heeft de laatste dagen 's nachts veel geregend en dus zijn er overal in het park poeltjes ontstaan. Er is dus voor de dieren geen noodzaak hierheen te komen. Jammer. Wel worden we weer getrakteerd op een prachtige ondergaande zon. Ook begint het te bliksemen, maar de donder blijft gelukkig uit. Het gaat een paar uur door en met de heldere lucht is het een prachtig gezicht.

Rond de klok van tien gaan we het trappetje weer op, naar bed.

2 jan. 2016.

We rijden door naar het volgende kamp, Okaukuejo. Dit is het grootste kamp van Etosha. We zitten vier dagen in Etosha en iedere dag rijden we door naar een volgend kamp. Onderwijl zoeken we kleine weggetjes om wild te spotten. Geen garantie trouwens, want ze staan ook gewoon langs de grote doorgaande wegen. Die kleine weggetjes zijn pas aan het eind, het eerst gedeelte is één lang stuk naar het Oosten.

De afstand die we vandaag doen is ongeveer 80 km, wat neer komt op een uur of drie rijden. Maar iedere keer als ik een beest zie, moet er natuurlijk geschoten worden. En meerdere keren, want we gaan wel voor save. Het aantal dieren dat we af kunnen vinken stapelt zich rap op.

Als we ons bij de receptie aanmelden, reserveren we meteen een plek voor de ochtenddrive. We willen leeuwen zien, en neushoorns! Om tien voor vijf moeten we ons hier weer melden. Wel vroeg, maar je wilt wat....  

 

3 jan. 2016.

We zijn op tijd opgestaan om met de gamedrive mee te gaan. Rond kwart voor vijf zijn we bij de receptie. Er staat nog niemand, vreemd. We lopen wat heen en weer. Komt er een guard aan lopen: 'Komen jullie voor de gamedrive? Die is al weg hoor!'

We blijken te laat. De chauffeur heeft nog een paar minuten op ons gewacht en is toen vertrokken, om kwart voor vijf. We snappen er niks van totdat hij zegt dat we er om tien over half hadden moeten zijn. Ik slaak een vloek en we gaan terug naar onze Camper. Daar zien we tien voor vijf op ons briefje staan. Schiet mij maar lek.

We wachten tot de receptie open is en gaan dan naar binnen. Dezelfde dame die ons geholpen heeft staat er weer. Ze blijkt ons het briefje van vorige week gegeven te hebben. De tijden veranderen iedere week.

Geen sorry of zo, vooral niet doen. We vragen ons geld terug. 'Heeft u het reçuutje van uw Visa transactie nog?' Pffff, nee die zaken spaar ik niet. 'Oh, maar dan kan ik u niet terug betalen.' Excuse me?? Dan haal je het toch uit de kas, probeer ik nog. 'Nee, dat mag niet en er zit ook niet zoveel geld in de kas.' Bullshit natuurlijk. Hier komen hele kolonnes dikgevulde portomonnees langs.

Ik ontplof. Sjiera ziet het gebeuren, maar weet dat sussen nu niet echt meer helpt. Ondertussen is mevrouw doodgemoedereerd anderen aan het helpen en wij wachten. Een kwartier gaat voorbij, een half uur en langer. Ondertussen zie ik alle wild aan me voorbij gaan; olifanten, leeuwen, alles! Ik krijg ernstig de behoefte iemand over de toonbank te trekken. Niet dat het iets helpt, maar het zou me een goed gevoel geven!

Na drie kwartier komt er een dame aan die ons verder kan helpen. Na overhandigen van mijn Visacard wordt het geld terug geboekt. Hoezo reçuutje nodig!

De mensen die hier werken blijken weinig of geen verantwoording te hebben en durven dit al helemaal niet te nemen. Ondertussen heeft die suffe ..... gelukkig wel met het volgende kamp gebeld om een plaats voor ons te reserveren in de ochtenddrive. Met grote passen verlaat ik het pand. Ik wil weg, en snel ook!

Al snel zien we het gebruikelijke wild, maar daar kwamen we nu niet voor! We komen de truck tegen waar wij in hadden moeten zitten. We kletsen even kort en zij melden dat ze nog niks gezien hebben. Mooi dat we daar dan niet in zaten, concluderen we.

Even later houdt een auto ons aan; er loopt een leeuwin verderop. Nog geen tien minuten rijden. Ik rij wat harder dan de bedoeling is en komen op de plek aan. Er staat nog een andere auto, de bestuurder wijst in de richting van de leeuwin. Vijf pixels groot, maar wel een spot! Langzaam loopt ze van ons af, de bosjes in. We vervolgen onze weg.

We zien veel springbokken. Dan draaien we een weggetje in naar een waterpoel. Eerst zien we weer wat springbokken, maar aan de andere kant van de poel loopt een hyena. En nog één, en nog één! Ze zitten heerlijk in het water af te koelen. Als hyena’s een kadaver hebben gegeten, eten ze de botten ook op. Door het verteren van die botten stijgt hun lichaamstemperatuur. Afkoelen geblazen.

We rijden verder. ‘Kijk’ roept Sjiera, ‘Die vogels! Te ver weg voor een foto?’

Er cirkelen een paar enorme vogels in de lucht. Langzaam cirkelen ze naar de beneden. Wij er naar toe. Het blijken oorgieren te zijn die een kadaver hebben gespot. Enorme beesten zijn het.

De mannetjes voeren een fraai staaltje machogedrag op. Er landen er steeds meer en even later kijken we naar een groep van wel 15 vogels. Het schouwspel duurt nog geen 20 minuten. Dan is het kadaver op en zij ze weer verdwenen.

Met een flinke score rijden we door naar het volgende kamp, Halali. De commotie van die ochtend zijn we gelukkig kwijt. We gaan naar de receptie, want we willen toch echt leeuwen zien! We checken of de ochtenddrive was geboekt voor de volgende ochtend. De mensen achter de balie zijn erg vriendelijk en tonen wat meer initiatief. Door een blikseminslag ligt het internet er uit en daarmee kan er niet met de pinpas betaald worden. En hoe lang het duurt, dat weet niemand. ‘This is Africa man!’ Gelukkig zijn ze zo creatief er een oplossing voor te vinden.

De rest van de dag doen we niet zo veel. In volle verwachting van…..

 

4 jan. 2016.

….. de ochtenddrive!

Uiteraard zijn we meer dan op tijd. Net als gisteren eigenlijk.

De bus zit vol en de chauffeur is een gezellige kerel. Blij dat we er nu wel bij zitten. We gaan op jacht naar groot wild. Dat betekent dat er niet voor de kleine dieren wordt gestopt tot we gescoord hebben. Ik ben voor!

We komen een andere bus tegen, niks gezien! Dat stemt niet goed. De chauffeur rijdt van hot naar her en op gegeven moment zien we een leeuwin bij een catch. 

Heerlijk op haar gemakje zit ze het laatste van een hele springbok te verorberen. In haar eentje! Om haar heen lopen vier jakhalzen die een graantje mee willen pikken. Maar ze durven er niet bij te komen.

We staan op 15 meter afstand, wat een kadootje is dit. Als iedereen zijn ‘fotorolletje vol heeft’ gaan we verder. Nu stoppen we wel voor kleiner spul; roofvogels, grote trap, impala’s enz.

Als we terug in het kamp zijn springen we ‘direct’ in de auto om de safari te vervolgen. Er lopen een stel giraffen voor ons uit over de weg. Elegant, maar ook onhandig lopen. Even later rijden we over een smal weggetje.

Ik stamp bovenop de rem! ‘Wat is er’ vraagt Sjiera. Ik rij achteruit en zeg dat ze maar eens goed moet kijken.

Op 20 meter afstand ligt er een zwarte neushoorn in de bosjes verscholen. Vrijwel niet te zien. Een zwarte!! Ik ben supertrots op mijn spot, dit is echt uniek. Hij/zij ligt lekker in de schaduw uit te puffen en is niet van plan op te staan. Maar ik wil natuurlijk het hele beest op de foto. Toeteren mag niet van Sjiera. Ja, wat dan.

Er komen nog meer auto’s aan. Het dier kijkt op en ik hoop dat ze gaat staan. Mooi niet. Ze rekt zich uit en gaat er weer lekker loom bij liggen. Na zeker 20 minuten houden we het voor gezien.  Ik heb mijn neushoorn. Gedeeltelijk, dat dan wel weer. Maar wat een kadootje.

We rijden door naar het laatste kamp in Etosha, Namutoni. Dit ligt helemaal aan de rand van het park. Dit zou het gebied van de olifanten zijn. Die missen we nog. Ja, een kudde olifanten zou toch wel het toefje op de taart wezen.

In de avond rijden we een stuk heen en weer, van waar gezegd wordt dat ze zich ophouden. Mooi niet. Wel zien we een nog niet zo oud kadaver van een giraffe liggen, verderop nog één. Een stank dat er af komt, onbeschrijfelijk. Dit moet het werk van een groep leeuwen geweest zijn.

We gaan terug naar ons kamp. Potje koken en dan koffie/thee. Vroeg naar bed, want de volgende ochtend gaan we het weer proberen. Onze laatste kans in Etosha.

 

5 jan. 2016.

We pakken vroeg op en gaan op weg.

Dezelfde weg als we gisteravond gereden hebben, meer mogelijkheden heb je in dit gedeelte niet. Maar helaas geen olifant te zien. Het blijft natuurlijk wild, ook al staat er een groot hek omheen. En dat is ook wel de charme, anders kan je beter naar een dierentuin gaan!

We verlaten Etosha en gaan naar onze laatste plaats: AfriCat. Een groot park met een kampement dat middenin het park ligt. Dit park is opgezet voor de luipaard en de cheeta. Daarnaast loopt er natuurlijk nog veel eetbaars rond….

We melden ons bij de gate en er gaan een paar enorme schuifdeuren open. Hiervandaan is het nog 10 km. rijden naar het kamp. Een tijdje later weer een gate. Nu zijn we echt in het kamp, hier gebeurt het dus. We loeren naar alle kanten, maar zien alleen veel wrattenzwijnen en impala’s. Dan door de deuren het kamp in. Wat een oase! Een super de luxe ontvangst met uitzicht over een enorm grasveld, waar wrattenzwijnen vrolijk rondlopen. Wat is dit hier??

Ze blijken ook hier huisjes te hebben die op dit gazon uitkijken. Dat lijkt me wel wat. Helaas is alles bezet en zijn we veroordeeld tot onze camper. We krijgen een plek aangewezen van wel 400 mtr2. Huge! Met BBQ. Dat komt goed uit, want onderweg had ik een paar fijne game-steaks gekocht. Samen ruim een pond, voor nog geen € 3,= totaal. Wat een heerlijk land!

Bij de receptie boeken we weer een ochtenddrive. We moeten kiezen tussen luipaard of cheeta. Tja, lastig lastig. We gaan voor het luipaard. Toch wel wat specialer vinden we.

Op ons kamp probeer ik het vuur aan te maken terwijl Sjiera een wandeling in het park maakt. Het valt me niet mee. Hardhout vat nauwelijks vlam. Ik blaas me een ongeluk en na ruim een uur heb ik het zover dat ik met reële kans het vuurtje aan kan houden. De padvinder…. Nu verder uitbouwen.

Ondertussen is Sjiera er ook weer en verbaast zich over mijn ‘vorderingen.’

Het wordt een erg sjiek diner. Lees; laat! Game-steak en paprika van de BBQ , rijst en natuurlijk een goede Zuid – Afrikaan in het glas.

6 jan. 2016.

Een vlot babbelende gids rijdt ons rond in zijn bus. Hij draagt een revolver bij zich, de eerste keer dat we dit zien.

De meeste roofdieren hebben een zender om en hij besluit een vrouwtje te volgen dat gewend om gespot te worden.

Het valt nog niet mee. We hebben wel en geen en wel een signaal. Langzaam komen we dichterbij. ‘Ze zit op minder dan 20 meter’, zegt de gids. Spannend!  Eén van de passagiers spot haar. We rijden dwars door de struiken dichterbij, tot tien meter afstand.

Ze ligt lekker in het gras, van ons af. Wat een prachtig dier. Ze kijkt om en we kijken recht in die schitterende gelige ogen. Uniek moment. Dan staat ze op, de dame is het zat. Langzaam loopt ze van ons weg, om even verderop weer te gaan zitten. Zo op haar gemak, wat fraai.

We laten haar alleen en gaan verder. De gids krijgt een signaal van een cheeta. Ja, die willen we dan ook nog wel zien. Dat gaat makkelijker. Binnen tien minuten staan we oog in oog met twee cheeta broertjes. Prachtig om dit mee te maken.

Dan, op de allerlaatste dag krijg ik mijn eigen kadootje. We spotten een kudu hinde met twee jongen. Ik vind dit zo’n bijzonder dier, en zo fraai. In Zuid - Afrika is er een legende: 'Toen God de wereld schiep, hield hij van alle antilopen/ herten het mooiste achter. Hiervan schiep hij de kudu.'

Helaas zijn ze erg schuw en dus slecht op de foto te zetten. Maar deze blijft staan. Even later krijg ik ook nog een mannetjes kudu voor de lens. Wat een dag!

We hadden hier graag wat langer gebleven, wat een vreselijk fraai park is dit.

Met tegenzin verlaten we het kamp, op weg naar het vliegveld. Het zit er op. Bij de autoverhuur heb ik nog wel een pittige discussie met de chef over de gebreken van de eerste wagen.

Maar het kan onze vakantie niet bederven, die was onvergetelijk!

bottom of page