top of page

The Great Outdoor Challenge 2014

Hoe kom je tot zoiets….

Eigenlijk zijn Leen en Willem de grote aanstichters.

Met resp. één en twee keer deelnemen, maar zich manifesterend als absolute ‘Vetters’, zijn ze redelijk overtuigend. Daarnaast, ik ben ook wel te makkelijk om te halen. Gauw in voor een geintje.

Schotland kende ik helemaal niet, nooit geweest. Mijn idee was: nat, koud, regen, muggen en nat koud regen en muggen! Dat klopte redelijk met hun beschrijving van het land. Ik was meteen om, LEUK!

Waar het over gaat? The Great Outdoors Challenge.

De TGOC is een hike dwars door Schotland van de Atlantische Oceaan naar de Noordzee. Van zee naar zee, zeg maar. Het is redelijk georganiseerd, maar daar schijn je onderweg geen last van te hebben. Je kan moederziel alleen rondlopen als je dat wilt. Maar goed, ik was dus om! Nu gekken zoeken die met me mee willen.

Die waren snel gevonden. Thilou, met wie ik samen eerder een heftige competitieve hike heb gelopen, en gewonnen! En Ronald, nog nooit een meter mee samen gelopen, maar het volste vertrouwen dat dit geen probleem zou zijn. Ik had sterk het gevoel dat dit wel zouden ‘matchen.’

Voor de TGOC moet je je aanmelden. Er doen ruim 300 man mee, maar er wordt flink overgeschreven. Nieuwelingen hebben voorrang, dus we zitten er sowieso bij. MAAR, dan ben je er nog niet. Je mag eerst door de ballotage. Niet voor goed gedrag, maar of  je ervaring hebt in onherbergzaam terrein.

We moeten alle drie een formulier invullen wat onze kwaliteiten zijn op het gebied van hiken, alpine terrein en kaart kennis. Niet helemaal onterecht trouwens, Schotland blijkt een onherbergzaam gebied en dus echt gevaarlijk als je niet weet wat je doet.

Note: In Engeland hebben ze ook een Coast to Coast. Daar wordt gezegd dat het hetzelfde is. In Schotland zeggen ze alleen; Loop 'm hier maar eens mee!'

In sept 2013 schrijven we ‘onze kundes’ in een brief en kort daarna krijgen we de bevestiging dat we zijn goedgekeurd!

Nu mogen we een route gaan indienen….

Je mag op pakweg 10 plaatsen aan de westkust starten en aan 10 plaatsen aan de oostkust finishen. Wat je daartussen doet mag je zelf weten, maar je moet binnen 15 dagen over zijn! De totaal afstand varieert tussen 280 en 330 km, afhankelijk van hoe je loopt. Wanneer je door de venen wilt gaan of over de Munro’s (bergen hoger dan 900 mtr.), moet je ook een alternatieve route indienen. Bij slecht weer moet je deze dan nemen.

Het plannen van de route blijkt erg leuk werk te zijn en ik heb regelmatig contact met Willem die hier en daar tips geeft. Goeie peer!

We plannen een fraaie route met Munro’s, venen, kleine plaatsjes, bossen en rivierdoorwadingen. We willen zo veel mogelijk over kleine paadjes lopen met weinig asfalt. Al snel wordt de route goedgekeurd. De routes zet ik om in Jpeg en Ronald maakt er kleuren kopieën van die we onderweg kunnen gebruiken. Ook gaat de hele route op de GPS als backup.

In maart 2014 krijgen we het vervelende bericht van Thilou dat ze een blessure aan haar knie heeft. Te fanatiek geweest met trainen waardoor ze nu een dikke knie heeft. Lopen doet pijn en ze moet de komende maanden rust nemen. Wat balen voor haar!!

Ronald en ik willen de tocht wel doorzetten, we gaan dus met z’n tweeën.

Het eten moeten we ook plannen. We zijn twee weken onderweg en een dag eten is grofweg één kilo.  Dus twee weken is 14 kilo en dat gaat natuurlijk niet allemaal mee. We krijgen de tip eten vooraf op te sturen naar adressen die we onderweg aan kunnen doen. Super plan!

Maar hoeveel eet je onderweg?? Hoeveel is een lunch? Ik ga helemaal los met het kopen van droogvoer; muesli voor ontbijt, sportrepen en een soepje als lunch en een oppiepmaaltijd voor diner. Tussendoortjes zijn rozijnen, noten ed.

Ook nog een aardige; hoeveel toiletpapier neem je mee? Wat gebruik je per dag? Of ‘toiletpapier neem je niet mee, toiletpapier pluk je!’, zoals ik iemand ooit heb horen zeggen. Twee dozen met eten worden opgestuurd en nu is het wachten tot we weg mogen.

De TGOC wordt altijd begin mei gehouden, na de laatste sneeuw en voor de eerste muggen. Maar beiden zijn geen garantie, sneeuw is er altijd en de muggen trouwens ook! O ja, en die regen. Zowel Leen als Willem raakten hier niet over uitgepraat, dat vreselijk slechte weer…..

We krijgen er steeds meer zin in. Het gewicht van de rugzak strandt op iets meer dan 14 kg, excl water. Dat is 1,5 kilo meer dan gehoopt, maar goed te doen voor een jonge kerel. Ik hoop dus dat ‘t mij ook gaat lukken.

Dan gaat de tocht toch eindelijk beginnen.

 

van huis naar Glasgow, bussen naar Shiel Bridge en door naar Camban Bothy, 9 mei 2014.

Afstand; 16,7 km (het laatste traject)

Dalen;  299 mtr.

Stijgen; 619 mtr.

Het wordt een superlange dag vandaag!

Om 4 uur gaat de wekker, ik neem een snelle douche en prop wat eten naar binnen.

Een dikke zoen voor Sjiera en met de taxi naar het station. Op Schiphol staat Ronald ook al te springen; allebei vol adrenaline en opgewonden als kinderen die op schoolreisje gaan. Broodje zalm als pre lunch en dan vliegen!

In Glasgow moeten we wachten op de bus naar Shiel Bridge, wat ons startpunt is. Quasi nonchalant staan we met onze rugzakken tussen de anderen die op de bus wachten. We hebben een busreis van vijf uur te doen met een tussenstop in Fort William. Daar moeten we een uur wachten, wat ons de gelegenheid geeft een paar bussen gas te kopen voor de brander. En natuurlijk een bak koffie.

Die busreis van vijf uur valt eigenlijk wel mee, er is veel te zien. We rijden oa langs de hoogste berg van Schotland, de Ben Nevis. Onderweg legt Ronald wat uit over het Schotse klimaat; niet te voorspellen en met winden die we in Ned. nog nooit gehad hebben! Het wordt steeds leuker.

Uiteindelijk komen we rond vier uur in Shiel Bridge aan. Mooi op tijd, want we moesten voor vijf uur inschrijven, anders waren we te laat geweest…. Na inschrijven besluiten we eerst maar eens te gaan eten; vis! Ik val op zalm, dus die keuze is makkelijk.

Dan naar buiten, we hebben nog een stukje te lopen. Voor zekerheid doen we de regenhoezen maar om de rugzak.

Voor vertrek pluk ik eerst twee stenen uit de Atlantische Oceaan. Eén voor Thilou, die ik onderweg voor haar bovenop onze hoogste top zal leggen en één die ik mee naar de Noordzee neem.

We proberen Shiel Bridge uit te lopen en ons pad op te pikken. Na wat voorzichtig heen en weer lopen vinden we de oplossing en zijn we gestart.

Eerst is het pad nog wat civiel, maar langzaam komt het landschap er aan.

We lopen via een fraai rivierdal omhoog en alles gaat best voorspoedig. Dan dienen de eerste druppels zich aan. Schotland dus. We doen de regenpakken aan en lopen doodgemoedereerd verder. Het zal er wel bij horen.

Het schiet lekker op en rond negen komen we bij de Bothy. Een Bothy is een hutje waar je kunt overnachten. Het drupt nog steeds en gelukkig is er binnen plek om te slapen. We hoeven de tentjes dus niet op te zetten.

Natte troep wordt uitgehangen en we installeren ons op de bovenste slaapplaatsen. Twee slapen beneden en twee boven. We zijn niet de enigen. Onder ons en op de vloer slapen een stel Engelsen.

In de andere kamer, waar eigenlijk gekookt kan worden liggen er nog twee. Rond een uur of tien kruipen we er in. Ik gok op een lekkere nacht.

van Camban Bothy naar Cougie, 10 mei 2014.

Afstand; 22,5 km.

Dalen; 483 mtr.

Stijgen; 441 mtr.

Om zeven uur gaat de wekker, een Engelse. Onder ons veel gestommel en geloop, zijn nou ze aan het pakken? Zeven uur!! Ronald en ik kijken mekaar aan; Rare jongens die Britten! Het regent nota bene.

We trekken ons conclusie en draaien ons om. Een erg zware dag wordt het niet; Niet al te lang en een paar honderd meter omhoog en naar beneden. Goed uurtje later gaan we er dan toch uit.

Er komen twee verzopen katten binnen. Twee Schotse dames die de TGOC ook lopen en die we later in de week in hun Hostel weer zullen ontmoeten. Zij zijn ook zo vroeg vertrokken en schuilen nu even.  Ons wachten tot het droog wordt snappen ze niet, wij hen niet…. Tijd voor koffie.

Negen uur wordt het dan toch droog en gooien we de tas op de rug. Best goed weer, nu dan!

Het heeft de halve nacht geregend en het pad is modderig. Geen nood, we lopen op zgn. trailrun schoenen. Het water dat er in komt, gaat er met dezelfde snelheid weer uit. Je loopt alleen wel de hele tijd met natte/ klamme voeten. Maar ja, Schotland en droge voeten is een ook utopie. Natte leren schoenen is helemaal geen optie, ook veel blaargevoeliger.

De voeten heb ik ingesmeerd met wolvet. Vet uit schapenwol gehaald. Vetter dan dit bestaat niet. Goede bescherming tegen ‘huisvrouwen handen/ voeten’. Was een tip van Ronald trouwens.

We lopen het dal verder uit en komen bij de River Affric, die we verder moeten volgen. Prachtig gebied, maar klein; Laaghangende bewolking en mistig. Schotland dus. We lopen een oudere pittige Engelse dame tegen het lijf. Zij doet de TGOC dan wel niet, maar loopt als een kievit. Pffff en een gekwek. Een erg vriendelijke dame, maar al die verhalen. Na een uurtje zijn we er klaar mee en verontschuldigen we ons dat we een lunchje pakken; soepje!

Daarna de trip oppakken; heuvel op en af via modderpaadjes. De schoentjes houden zich prima en in de loop van de middag komen we in Cougie aan.

Het blijkt een gehucht van drie huizen; moeder, dochter en zoon. Wij staan bij de dochter op het veld, die in een soort uitgebreide houten hut woont met twee honden. Haar man woont in een dorp verderop. Dit is voor het weekend én de TGOC gangers. We blijken de enigen te zijn die hier overnachten. Dat zou later wel drukker worden.

We prikken de tenten in het veld en wassen de voeten, sokken en schoenen. Daarna eten oppiepen. We eten Adventure Food!

Best ingewikkeld; zakje openen, vochtvanger verwijderen, heet water toevoegen en 8 min. wachten. Of het nou ‘honger en rauwe bonen’ is weet ik niet, maar het smaakt prima. En dan het toetje: Chocolate mousse! Die is wel echt lekker en bomvol calorieën. We sluiten af met een bak koffie.

Het wordt snel koud, dus de slaapzak wordt al vroeg opgezocht. Prima wel. Ik heb m’n zomerslaapzak mee, dat scheelt een kilo met de dikkere versie. Hij is wel een stukje minder warm, maar dan doe ik er een thermootje bij aan.

van Cougie naar Fort Augustus, 11 mei 2014.

Afstand; 23,7 km.

Dalen; 906 mtr.

Stijgen; 661 mtr.

Naar omstandigheden prima geslapen. En het is droog! Nog wel….

We worden door dochter Cougie op een kop koffie getrakteerd.

Ze blijkt een aardige dame die hier veel woont, samen met haar twee honden. Wij zitten aan de koffie en zij scharrelt wat in de hut rond. Plots vraagt ze of we zin in gebakken worstjes hebben. Ze heeft wat te veel gebakken en anders gaat het toch maar naar de honden. Ja, wat zeg je dan. Koffie met gebakken worstjes, het zal wel Schots wezen.

We gaan weer laat op pad. Maar ach, met meer dalen dan stijgen zal het geen probleem zijn. Voor de zekerheid maar wel de regenhoes over de rugzak.

Het is zompig heuvelachtig terrein. We lopen over een pad, dat eigenlijk geen pad meer is. Al een tijdje niet. En het is niet nat, maar zeiknat.

We verbazen ons erover hoe nat de grond kan zijn. Het is zo nat, dat het water op een steile helling blijft staan…. Schotland is, zo concluderen we, eigenlijk gewoon een zeebodem, dat  toevallig boven zeeniveau uitsteekt.

We doen ook, wat onwennig, onze eerste rivier crossings. Eigenlijk beekjes, maar je moet ergens beginnen. De voeten zijn doorweekt, maar dat waren ze toch al.

In de middag wordt het beter. Niet alleen het weer maar ook het pad waar we op lopen.

Voor ons uit zien we een rugzakker lopen. Hij loopt een beetje mank, hangt wat in de berm en loopt weer door. Hangt weer in de berm en loopt weer door.

Het blijkt een oude baas te zijn die ook de TGOC doet. Op dag drie ligt hij al één dag voor op zijn schema.

En omdat hij de eerste dag wat zware Munro’s heeft gedaan, heeft hij een spier verrekt. ‘I’m fine’, blijft hij herhalen, maar wij weten het niet. We wensen hem succes en zullen naar hem uitkijken op de camping.

Na een klein half uurtje komen we op de camping aan, die net buiten Fort Augustus ligt. We schrijven ons in en lopen naar het veld voor de tenten.

Ik val op mijn knieën en leg mijn oog op de hoogte van het maaiveld. Ik heb nog nooit zo’n strak gemaaid veld gezien. Promt citeer ik een quote uit Asterix en de Britten. Ronald slaat dubbel van het lachen, hij blijkt ook fan te zijn.

Tentje prikken! Er staan meer TGOC’ers. We maken een praatje en kijken naar elkaar tentjes, het is toch een beetje boy’s ’n toys. Ik ben supertrots op mijn Trailstar, die er superstrak bij staat. Tenten-fetish blijkt ook te bestaan en ik ben niet de enige.

‘I’m fine’ is niet op de camping gearriveerd. Doorgelopen dus, wat een taaie!

Na het eten nemen we een douche en daarna gaat weer fijn het vieze ondergoed aan. Nog twee dagen!

 

van Fort Augustus naar Garva Bridge, 12 mei 2014.

Afstand; 28,7 km.

Dalen; 712 mtr.

Stijgen; 963 mtr.

We hebben een pittige dag vandaag. Niet alleen qua afstand, maar het is ook flink klimmen. We gaan steeds dieper het land in. Eerst langs Loch Ness, waar we nog even naar Nessie speuren. Waarschijnlijk net ondergedoken. De paden zijn wel goed begaanbaar, dat scheelt wel.

We lopen een stuk over ‘Wade’s Road’. Een oude militaire weg uit de 18e eeuw. We denken er de historische beelden bij en dan voelt het meteen een stuk spannender. Ook zien we hier en daar nog oude resten van bruggen.

Het weer is goed vandaag, dus de was kan meteen gedroogd worden, de natte handdoek hangt achterop de rugzak in de zon. Het gebied waar we doorheen lopen is vrij leeg, veel struiken en hei, maar verder niet veel. Wel erg mooie kleuren en zeker niet saai.

Het lopen gaat iedere dag een stukje lekkerder. De rugzak voel ik bijna niet meer en ook de voeten doen het goed. We lopen een lekker tempo en gaan goed gelijk op.

In de loop van de middag begint het weer om te slaan, Schots weer. Lees; regen. De regenspullen gaan weer aan en we sjokken door. We hadden gepland bij Garva Bridge te overnachten. Een grote open plek langs een rivier. Door de lage stand van die plek ziet het er erg zompig uit.

Dit gaan we niet doen, zeggen we tegen mekaar. Doorlopen dus. Dat maakt het wel lastig. Er zijn niet veel plekken waar je kan overnachten en waar ook water te vinden is om te koken. We gokken het er op. Intussen is het avond, maar het blijft gelukkig lang licht. We hebben dus nog wel even tijd.

Na een goed uurtje lopen komen bij een bosrand waar wel wat mogelijkheden zijn.

We zoeken naar twee kleine geschikte plekken voor onze tenten en worden opgeschrikt door een enorm mannetjes hert dat op 30 mtr. afstand ons staat aan te kijken. Ga jij weg of zullen wij gaan. We gaan allebei.

Even verderop vinden we een goede plek en de tentjes worden opgezet. Ondertussen is de regen ook weer begonnen. Ronald komt op het idee om pannetjes en bekers onder het tentzeil te plaatsen zodat daar regenwater in rolt. In no time hebben we voldoende om eten te maken.

Subliem plan. Alles binnenstents, want het gutst nog steeds. We laten ons humeur er niet door bederven. We hebben eten en een absoluut prachtig uitzicht op de bergen in de verte.  Veel beter dan Garva Bridge, vinden wij. We duiken er vroeg in, want het was nog best een lange dag vandaag.

 

van Garva Bridge naar Newtonmore, 13 mei 2014.

Afstand; 28 km.

Dalen; 378 mtr.

Stijgen; 339 mtr.

Wat hoor ik toch voor een geritsel….. En weer. Ik kijk op mijn horloge, het is 4 uur in de ochtend.

Ik kom omhoog om naar buiten te kijken (mijn tent heeft geen deur, je kan vanuit je slaapzak naar buiten kijken en naar binnen natuurlijk) en zie een konijn voor de tent langs huppelen. Wat een boel kabaal, denk ik nog. Draai me om en slaap verder.

Rond acht uur kruip ik er uit, Ronald is ook al op. De zon schijnt zowaar en we hangen onze regenspullen over het hek dat aan de andere kant van de weg staat.

Op nog geen vijf meter van de tent vind ik enorme keutels. Ik denk aan het konijn van vannacht. Als dat van hem is geweest…. Arm beest. Er heeft dus gewoon een troep herten naast de tent staan grazen! Waarom steek ik mijn hoofd dan ook niet even buiten de tent als ik zoiets hoor.

Er komen rugzakkers aanlopen. Zij hebben op Garva Bridge gestaan. En even later nog meer lopers. We zijn blij dat we daar niet hebben gestaan, ons te druk!

De zon droogt de spullen, terwijl wij lekker ontbijten en langzaam de tenten opbreken. Niet te snel, want we hebben alle tijd.

We hebben uitgerekend dat we gem. vier km/uur lopen, incl. korte pauzes en zo. Dat betekent dat we de 28 km van vandaag in zeven uurtjes doen. Als we dan om tien uur vertrekken, zijn we er om vijf uur. Prima planning. Tijd voor koffie!

De route van vandaag is lekker egaal, beetje omhoog en een beetje naar beneden. Easy going!

We merken dat we weer richting bewoonde wereld lopen. Er zijn meer huizen en het pad is goed begaanbaar. 

In de verte zien we ons voorland voor de komende dagen liggen; De Monadhliath Mountains. Een verlaten, zompig en bergachtig gebied waar je goed kan verdwalen en tot je knieën in de blubber kan zakken.

Eind van de middag komen we in het plaatsje Newtonmore aan. We hebben de tip gekregen hier naar het Hostel van Sue en Ali te gaan. Dat doen nl alle TGOC’ers die hier langs komen; gratis koffie en cake. Sue en Ali waren die twee verzopen katten die wij op onze eerste ochtend ontmoetten. Het is er een gezellige drukte. We krijgen ook onze postpakken die we vanuit Nederland hebben verstuur.  De voorraad in de rugzak moet weer  aangevut. Die doos weegt een ton!

We proppen alles in onze rugzak en begeven ons richting camping. Die ligt twee km. buiten het dorp en voor ons gevoel precies twee km. teveel! We hebben even geen zin meer om te lopen.

Het blijkt een ongezellige caravan camping te zijn, zoals je ze alleen in Belgie ziet. Dachten wij.

We zoeken een verlaten hoekje en prikken de tenten neer. Ik voel me een gelukkig mens; er komt een schone onderbroek en schone sokken uit de rugzak. Die had ik met het postpakket mee laten komen. Deze moeten er weer een paar dagen tegen kunnen. De oude gaan bij het chemisch afval.

Daarna lopen we naar het dorp voor een lekkere hap eten; een dik stuk vlees en patat. Ronald die eigenlijk vegetarisch is, eet nu ook vlees. Hij heeft de insteek, dat als het dier een goed leven gehad heeft, dan is het prima. Dat goede leven, dat hebben ze hier wel; ruimte genoeg. Ik vind het wel een mooie gedachte, maar verder ga ik er niks mee doen.

 

van Newtonmore naar Achleum, 14 mei 2014.

Afstand; 21,1 km.

Dalen; 277 mtr.

Stijgen; 381 mtr.

Vandaag hebben we echt een eitje. De rugzak zit wel weer boordevol, maar de afstand stelt niks voor. We hebben een hele nacht kunnen rusten, dus de voeten moeten nu even niet zeuren! We hebben wel teveel eten bij ons en dat is niet handig.

In het zonnetje stallen we alles voor ons uit en rekenen uit wat we echt nodig hebben.

Ik heb veel te veel lunch bij me. Of meer eten of nu dingen weg geven. Ook Ronald heeft het verkeerd ingeschat. We zoeken een hoopje eten bij elkaar en geven dit aan een andere rugzakker die het graag wil hebben.

Dan is het inpakken geblazen en wegwezen! Voor ons gevoel gaat de tocht nu echt beginnen; we gaan echt richting de bergen! Het weer is goed en we kunnen er nu eindelijk wat luchtiger bij lopen. Het gebied is wisselend bosrijk en open. Voor ons zien we de besneeuwde bergen liggen, ongelofelijk dat er hier in mei nog sneeuw ligt.

In de loop van de middag komen we bij de plek aan die we hadden aangemerkt voor de overnachting. We keuren hem af en lopen langs de bosrand op zoek naar een stille plek.

Pal naast een brede snelstromende beek  vinden we twee kleine open plaatsjes. Precies goed dus! De haringen staan nog net niet in de beek, hoe idyllisch kan het zijn! Na het eten sprokkelen we hout voor een vuurtje. Dat is het echte kamperen.

Dan zien we een jong stel op ons afkomen, uit de bush. Ze hebben beide een rugzak op met daar bovenop een grote plastic zak die er erg zwaar uitziet. Geen woord kan er af. Wij kijken mekaar aan; wat zijn DAT voor lui??

Het is duidelijk dat ze ons niet verwacht hadden en lopen als een haas door. We besteden er verder geen aandacht aan.

Later in de avond zien we op de landweg, 300 mtr. bij ons vandaan, twee auto’s rijden. Ze stoppen, overleggen en schijnen dan met enorme lampen de omgeving af. Rijden verder en schijnen weer in het rond. Dat gaat zeker een paar uur door.

We worden er wat ongemakkelijk van. Mijn fantasie gaat met me op de loop; Straks lig ik in mijn bedje, staat er een kerel voor de tent en staar ik recht in de loop van een geweer….

We laten het vuur doven en kruipen de tent in.

van Auchleum naar Corrour Bothy, 15 mei 2014.

Afstand; 18,3 km.

Dalen; 1.395 mtr.

Stijgen; 1.626 mtr.

Ondanks de commotie prima geslapen en geen kerel met een geweer gezien! Koffie dus!

Vandaag is de dag waar we al maanden naar uitkijken, D-day dus! Thuis heb ik gezegd; ‘Het mag in Schotland twee weken slecht weer zijn, als deze dag maar droog is.’

We gaan vandaag over één van de hoogste Munro’s van Schotland. Lopen langs prachtige rotsformaties met dito vergezichten. Plus de steen die ik voor Thilou heb meegenomen, wordt vandaag bovenop de Munro gelegd.

Kalmpjes oppakken, zoals we gewend zijn en dan lopen we via een klein bos de open vlakte in. De bergen waar we uitzicht op hebben zijn prachtig van kleur, ook zien we de sneeuwvelden al opdoemen. Hoe zou dat gaan met onze open schoenen?

Regelmatig doorkruisen we een stroompje. Koud aan de voeten, maar doordat je lekker doorloopt koel je niet af.

We gaan hoger en hoger en langzaam komen de bergen dichterbij. Het wordt ook kouder, aan de handen en op het lichaam. Het terrein wordt ook lastiger, moeilijk om op de kaart te lezen waar je bent. Gelukkig biedt de GPS soms uitkomst. Vandaag zou al zwaar genoeg worden, dus we gaan op save.

Als je hier een verkeerd dal inloopt ben je zo een paar uur verder. Afgezien van de vele extra stijgmeters.

We doorkruisen kleine sneeuwvelden en wanen ons in de Alpen, hoewel we nog maar op 800 mtr. hoogte zitten. Schotland blijkt een bizar land. Dan komt Cairn Toul in zicht, met 1.291 mtr. een hele dikke Munro en de vierde hoogste van Schotland. Het weer is guur, koud en vochtig, maar we besluiten wel naar boven te gaan. De klim naar boven is een blokkenterrein, wat het eigenlijk altijd is. Een blokkenterrein is een gebied dat alleen bestaat uit losse stenen, variërend van klein naar heel groot.

Sommige liggen los, anderen zitten tegen elkaar geklemd. Als je dit vaker loopt, weet je hoe je je voeten moet zetten om ze niet te verstuiken.

Ronald is opgewekt verrast over zijn trailschoenen. Normaal loop je hier met bergschoenen, die meer,grip hebben en meer steun aan je enkels geven. ‘Ik doe nooit meer een bergschoen aan’ is zijn reactie.

Bovenop staat een gure wind en mijn horloge wijst een temperatuur van vier graden aan. Was dat het maar, de wind maakt het een heel stuk kouder.

 

 

We maken de nodige foto’s, van elkaar en het schitterende uitzicht. Verder zoeken beschutting achter de enorme steenman die bovenop de berg staat.

Met veel ‘zwier en zwaai’ leg ik het steentje dat ik uit de Atlantische Oceaan heb geplukt voor Thilou, bovenop de hoop; fotomoment!

We maken dat we naar beneden komen, we beginnen af te koelen. Na een half uurtje dalen zijn we weer bijna op de plek waar we eerder stonden.

Het plan was om ook naar ‘Devil’s Point’ te gaan, een prachtig uitzichtpunt dat verderop ligt, maar we vinden het wel best. We hebben even genoeg uitzicht gehad en dalen verder af naar Corrour Bothy. Dit is een hut dat in een prachtig rivierdal ligt.

We zijn niet de eersten. Dat krijg je, als je zo laat van start gaat. Lastig wel, want dat betekent dat de beste plekjes voor de tent waarschijnlijk weg zijn.

We zoeken een ‘vlak’ stukje, dat niet te nat is en zeker niet onderloopt als het regent. In Schotland…..

Maar we vinden een mooi plekje, wat uit de buurt van de rest en met uitzicht op het dal. Super!

De avond in is het een gezellig gedoe rond de tenten, iedereen rommelt een beetje aan en vertelt zijn verhalen van de afgelopen dagen. Een aantal hebben de tocht naar Cairn Toul niet gedaan vanwege het weer, we kijken ze begrijpend aan. Watjes! 

Verder ben ik in mijn nopjes met mijn stek; deze plek met dit uitzicht, daar doe je het voor.

van Corrour Bothy naar Mar Lodge, 16 mei 2014.

Afstand; 14,7 km.

Dalen; 328 mtr.

Stijgen; 128 mtr.

Vandaag is een rustig dagje. Een kleine afstand en ook het stijgen en dalen stelt niet veel voor. We zijn dus zeker niet van plan vroeg te vertrekken.....

Aan de andere kant, ons einddoel van vandaag is één van de topplaatsen in de TGOC; Mar Lodge. Mar Lodge is een zgn. Scottish Highland Estate, dat midden in de Cairngorms ligt. Gebouwd als buitenverblijf in het jachtseizoen. Tegenwoordig kan je hier trouwen, een groot feest geven, maar deze dagen is het het domein van de TGOC.

Met uitzicht op een grasveldje voor de tent, een biertje en misschien een luie stoel willen we ook niet te laat aankomen.

Het pad is gemakkelijk te volgen, langs de rivier met de stroom mee. Langs de rivier lopen heeft wel als nadeel dat je in het vocht loopt, maar dat doe je overal in Schotland. Onderweg verlekkeren we ons al om een versgetapt biertje. Visioenen komen voorbij. Het laatste stuk van vandaag loopt door het bos, opeens doemt Mar Lodge op. Immens is het.

Vreemd om zo te zien, na die wildernis waarin je gelopen hebt. Via bordjes vinden we het meldpunt.

Er is koffie, thee en cake. Dat gaat er altijd in. Ook krijgen we ons voedselpakket dat we vanuit Ned. hierheen hadden verstuurd. Ik schrik weer van het gewicht. Voor mij komen er ook weer een schone onderbroek en sokken uit en ik vind mezelf behoorlijk slim met deze truc.

Vol enthousiasme vragen we aan een medewerker waar de bar is. Ze kijkt ons vol ongeloof aan, er is geen bar. Geen biertje, nada. Onze teleurstelling wordt opgemerkt door iemand anders, die ons verteld dat er zo een auto naar Braemar gaat. Braemar is een dorp dat acht km. verderop ligt. Als we willen, kunnen we onze bestelling opgeven. Dat is niet tegen dovemansoren.

Ondertussen gaan wij naar het veld waar we de tenten neer kunnen zetten. Wat een drukte vergeleken met de afgelopen dagen. Maar ook wel weer gezellig. Dan zien we Willem en Marianne ook lopen, twee vrienden uit dezelfde Bergsportgroep waar wij lid van zijn. We hadden hier met hen afgesproken. Zij lopen een andere route, maar zouden Mar Lodge ook aandoen. Gezellig! Het gaat hen helaas minder goed af dan ons, veel afzien en soms erg lange dagen. Wel jammer, dat haalt veel plezier weg.

Ondertussen zitten we wel heerlijk met z’n vieren in de zon, het weer is goed opgeknapt.

We hadden een rustdag voor morgen ingepland, een dagje op Mar Lodge blijven. Willem praat dit uit ons hoofd. Hier ga je je rot vervelen en bovendien is het slecht voor je ritme om een dag niet te lopen. Zij gaan morgen door naar Braemar en overnachten daar. We zijn om. Braemar is de ‘hoofdstad’ van de Cairngorms. Dat riekt naar een goed biertje en misschien wel uit eten! Bovendien is het maar een paar uurtjes lopen, dus even outdoor shoppen gaat ook nog lukken.

 

van Mar Lodge naar Braemar, 17 mei 2014.

Afstand; 6,9 km.

Dalen; 138 mtr.

Stijgen; 146 mtr.

Mijn buurvrouw heeft ook een Trailstar. Een over en weer blik van ‘saamhorigheid’ en bevestiging van goede smaak. Tentenfetish kan je het natuurlijk ook noemen.

Kalmpjes opstaan, niet te snel, want we hebben een kort loopje. Willem en Marianne hebben in het bunkhouse geslapen. Goede zet, want ze waren wel aan wat extra slaap toe. In de loop van de ochtend vertrekken we. Alle andere tenten zijn dan al lang opgepakt, ingepakt en weggelopen. We voelen ons weer heerlijk eenzaam alleen. Eerst koffie!

De route naar Braemar is niet spectaculair. Een aardig pad door het groen, beetje omhoog en naar beneden.Braemar is wel de moeite waard, al was het alleen maar om de kroeg en de outdoor shop. Willem kan het niet laten een fraai jack aan te passen. Hij heeft er al een paar, dus het ding gaat terug in het rek. Wel koopt hij een nieuwe regenbroek, onderweg heeft zijn oude ergens laten liggen….. Tja.

We gaan de bar in voor een biertje. Ik val op een locale Stout; Black Gold. Iets zoeter dan Guinness maar super lekker. Helaas te zwaar om mee te nemen. De eerste helft van de tocht van Marianne en Willem komt op tafel en is wat te zwaar geweest. Wij raden hen aan wat rustiger te doen, wat nog niet mee valt. ‘De route is uitgezet, erg mooi en best te doen’. Maar daar nemen wij geen genoegen mee. Wij bieden aan onze route om te bouwen en samen met hen naar zee lopen. Ze hebben wel hetzelfde eindpunt als wij. We hebben een deal.

Dan is het tijd om te eten. Willem kent een goede Thai. Het blijkt een take-away Thai met een doorwrocht formica interieur. We bestellen ons ding en vol verwachting nemen we plaats op een paar stoeltjes. Het duurt, het duurt, het duurt nog even, en nog even. Na drie kwartier is het dan klaar. Ondertussen zijn er nog meer klanten binnen gekomen die ook allemaal iets willen hebben. Maar ze kunnen maar één ding tegelijk. Willem vertelt dat hij hier wel eens anderhalf uur heeft staan wachten. Maar dan heb je ook wat: het eten is allemaal vers bereid en ter plekke klaar gemaakt. Het smaakt heerlijk!

We gaan nog weer even terug naar de bar voor een biertje en dan naar de camping voor een flinke snurk! Die wordt inderdaad snel ingezet.

 

van Braemar naar Gelder Shiel, 18 mei 2014.

Afstand; 15,1 km.

Dalen; 313 mtr.

Stijgen; 425 mtr.

Zo lui als we in de ochtend zijn; als wij opstaan zijn Willem en Marianne al lang vertrokken. Het is een dik bewolkte dag, maar droog. En dan mag je niet klagen in Schotland.

Het eerste stuk gaat door het bos, het natte bos. Dat dan wel weer. We lopen een stuk met een rivier mee en proberen een lus af te snijden. Niet handig, struinen door een ondoordringbaar bos levert schrammen op en kost tijd. Maar de luim is goed en we gaan lekker.

We hebben een Koninklijke eindbestemming. We lopen een groot gedeelte door de ‘Engelse Kroondomeinen’ en eindigen bij een buitenverblijf van Hare Majesteit KoninginVictoria. Poepsjiek, zo stellen wij ons voor. We verlaten de bossen en lopen dan door de grote verlatenheid. Grote heidevelden en verder niks. Wel erg fraai met de dreigende wolken er boven.

Ook dienen zich de eerste midgets aan; pakweg 26 stuks! Als het daar bij blijft, gaan wij niet klagen. We komen bij een vreemd hokje, niet ver van de eindbestemming. Het doet ons ergens aan denken.

Zou Prins Charles hier nou hebben staan wachten op de bus??Ondertussen hebben we de grootste lol. We zien ons in een clip van Monty Pyton’s Holy Grail; De ridder die net doet of hij op een paard zit met daarachter zijn knecht die met twee halve kokosnoten het geluid van een paard in galop nadoet. Wat een humor.

Dan doemt het buitenverblijf op.

Het blijkt een lief klein huisje met daarnaast nog een huisje voor hikers. Het schijnt dat als de Koningin hier zelf is (en dat gebeurt) en er komen hikers die hier hadden willen overnachten, DAN KAN DAT GEWOON!

Kom daar in Nederland maar eens om. We proberen naar binnen te loeren, maar de luiken sluiten wel erg goed af.

Marianne en Willem zijn er dan al even. Ze hebben een lekkere tocht gehad en zitten nu heerlijk in het zonnetje. Ik snij voor het eerst de droge worst aan die ik uit Ned. had meegenomen. Willem heeft pinda’s en het feest is compleet. Wat een luxe. Willem maakt nog wel even een paar opmerkingen over mijn Outdoor Croccs, maar dat is natuurlijk jaloezie.

Aan het eind van de middag zijn de plaatsen redelijk gevuld. Er staan zo’n 20 tentjes.

In de avond plannen we voor de volgende dag. Maar gezien het strakke ochtendschema van Willem en Marianne en het flexibele van ons, zullen we wel apart naar de volgende plek lopen.

 

van Gelder Shiel naar Shielin of Mark, 19 mei 2014.

Afstand; 13,3 km.

Dalen; 385 mtr.

Stijgen; 586 mtr.

Wat een herrie buiten. Gerinkel van tentstokken en haringen. Druk heen en weer lopen. Het is pas half acht!

Ik draai me nog maar even om. Om acht ga ik er dan echt uit, Ronald is dan ook net op. Veel tenten zijn dan al afgebroken en met de eigenaar verdwenen. Wij begrijpen de haast niet. Eerst koffie.

Marianne is dan al klaar en wacht op het sein dat Willen ook zo ver is. Ja, Willem heeft een ander ritme.

Als zij vertrekken staan onze tenten nog overeind. Het is inmiddels tien uur als we ze weer zien verschijnen en Willem schichtig een ander pad inslaat. Ze waren vanaf het begin al verkeerd gelopen….. Uurtje vertraging hahha.

We staan met nog één andere tent als allerlaatste. We nemen ons voor toch echt als allerlaatste weg te gaan. Koffie dus!

Het wordt uiteindelijk elf uur voor we vertrekken, maar we hebben ons zin. Voordat we weglopen kloppen we toch nog even aan, misschien is Hare Majesteit stiekem toch thuis.

Het is mistig. Een kleine wereld, maar wel fraai. Maakt het wel wat mystiek zo. Al gauw vegen we de eerste lopers op die ook vanaf Gelder Shiel vertrokken zijn. In de voormiddag lopen we Marianne en Willem achterop. We besluiten samen het laatste deel te doen, wel zo gezellig.

Het gebied is sterk heuvelachtig en kaal. O ja, en nat! Maar dat is het al dagen. Met natte voeten lopen blijkt gelukkig geen problemen te geven. We lopen door hoogveen. Lastig, want als je niet goed uitkijkt zak je tot je knieën weg. We komen langs Spittal of Glenmuick, een soort hutje dat als noodpost dienst doet. Ze hebben hier dus ook een noodtelefoon. Op een bankje nemen we onze lunch en duiken dan de wildernis weer in. Het pad is lastig te volgen en hele stukken struinen we door de hoge hei.

Dan horen we een zachte maar hoge schreeuw. We kijken naar elkaar; ‘hoorde jij dat ook?’ En weer die schreeuw. Er roept iemand om hulp! We hoorden dat toch goed. Het komt uit de richting van waar we heen moeten en zetten de pas er stevig in. Weer die schreeuw. Dan zien we ons eindpunt in het dal liggen, het hutje Shielin of Mark. Er staan een aantal mensen op een rij de verte in kijken, in de richting van waar we ook mensen zien lopen. Er moet dus iets aan de hand zijn.

Ronald en ik rennen naar beneden. Er blijkt toch iemand om hulp te hebben geroepen en er zijn ook al mensen die kant op. Wij besluiten mee te zoeken en Willem, die er inmiddels ook is, komt achter ons aan met een EHBO kit.

Het is lastig rennen door die hoge hei, mede door de verraderlijke kuilen waar je in weg kan zakken. Dat hebben we dus ook in ons hoofd voor degene die we hoorden. Als we bij die anderen zijn, geven zij aan verder te willen lopen naar een plek waar ze bereik hebben om te bellen.

Ronald en ik zoeken verder. We houden ‘zichtafstand’ van elkaar en kammen een groot gebied uit. Niks! Na anderhalf uur geven we het op en gaan terug naar de hut. Een rotgevoel maakt zich van ons meester. Wie riep om hulp? Wie hebben we onderweg gezien en missen we hier bij de hut?

Willem heeft een noodalarm bij zich, waar hij een kort signaal via de satelliet mee kan versturen. We hopen dat iemand het oppikt. We gaan eten en het wordt later.

We zitten in de hut en voelen ons hulpeloos en verslagen. Ronald besluit met David, iemand die ook de TGOC loopt, terug naar de noodtelefoon te lopen. Willem, Marianne en ik vinden het onverantwoord. Het is al pikdonker en verdwalen of wegzakken in een veenput is niet ondenkbaar. Maar ze vertrekken toch.

Wij voelen ons klote en tranen vloeien. Na een uur staan Ronald en David er weer. David was zo slim zijn telefoon aan te zetten en bovenop een heuvel had hij contact. Hij heeft de TGOC organisatie gebeld en gemeld dat er misschien iets mis is.

Dan komen er twee mannen de hut binnen, ze zijn van de Mountain Rescue Brigade. Ze hebben het signaal van Willem opgepikt en zijn in het stikdonker dwars door het terrein deze kant op gekomen.

We vertellen ons verhaal en dat we niks hebben gevonden. Niemand! Maar wel duidelijk 'Help' hebben gehoord. Een van de mannen pakt zijn telefoon en laat geluiden horen. ‘Lijkt dit er op?’ Nee! ‘Er dit?’ Nee! Het zijn dierengeluiden die erg sterk lijken op wat wij hoorden. ‘En dit?’ JA!, wordt er geroepen. ‘Nee’ zeg ik. Het is het geluid van een jonge vos die om zijn moeder schreeuwt. Het lijkt er erg sterk op, maar ik denk toch het anders klinkt.

Dan gaan ze naar buiten en steken twee lichtfakkels af. De hele omgeving staat in lichte laaien. Mensen kruipen uit de tentjes om te zien wat er aan de hand is. Maar verder geen effect. We hopen een signaal terug te horen, maar het blijft stil. Het is zinloos nu het veld weer in te gaan, dus de heren wensen ons een goede nacht en gaan weer weg. Wij gaan terug het hutje in en praten nog wat na. Met een prutgevoel kruipen we tenslotte de slaapzak in.

 

van Shielin of mark naar Tarfside, 20 mei 2014.

Afstand; 18,1 km.

Dalen; 703 mtr.

Stijgen; 265 mtr.

Het gevoel van de vorige avond zit er natuurlijk nog steeds. We strepen mensen af die we gezien hebben en houden tenslotte één dame over. Het zou toch niet…. Niet zij!

We gaan met z’n vieren op pad, we blijven vandaag bij elkaar. Omwillekeurig kijk ik om me heen of ik iets zie. Niks natuurlijk. Na een klein uurtje komen we bij een grotere hut aan. Hier hebben ook TGOC’ers overnacht. We vragen of zij die bewuste dame hebben gezien. ‘Ja, zij heeft hier overnacht’, krijgen we te horen. Een enorme opluchting gaat er door ons heen. Wat een fijn bericht.

Dan zien we ook de man die was doorgelopen om bereik te zoeken voor zijn telefoon en hulp inschakelen.  Hij is niet verder dan de hut gelopen en heeft dus niks gedaan. Wat een ongelofelijke hufter ben je dan! Er kan iemand in het veld hebben gelegen en om zijn leven zitten vechten, en jij besluit lekker in het zonnetje te gaan zitten…. We lopen door en willen de discussie niet met hem aangaan, zinloos.

Het is mooi weer, blauwe lucht en de mouwen worden opgestroopt. Wat een genot om hier te mogen lopen. Dat wil zeggen, qua omgeving, qua ‘looks’.

Het terrein is waar we door moeten is nat veen, hoge pollen en geen paden. Zwaar lopen dus, maar we klagen niet. Heerlijke dag.

We lopen langs de Glen Lee die uitmondt in een mooi meer. Prachtige vallei, met hoge rotspartijen. Dit is het laatste ruige gebied waar we doorheen lopen, daarna gaan we weer meer de bewoonde wereld inkomen.

Inmiddels is het struinen overgaan in het lopen op een pad en daarmee heb ik meer aandacht voor de omgeving dan voor de knollen die ik moet ontwijken. 

Plots spring ik een halve meter omhoog. Net voor ik mijn voet wil neerzetten, zie ik een slang onder mijn voet. Ik duik weg en zie een adder wegkruipen. Dat scheelde een haartje. Die lag lekker in het zonnetje wat warmte op te doen. Prima, maar niet onder mijn voet.

Met de schrik in het lijf loop ik door. Een half uur later zien we een ringslang. ‘Wat is dit voor gebied?’ vraag ik Ronald. Die vind 't alleen maar humor. Ik zie dat even niet. Verderop WEER een adder. 

Vlak voor Tarfside ligt de Hill of Rowan. Een hoge bult die we natuurlijk moeten doen. Struinen door de hei, paadjes zijn er weer even niet.

Met die adder op m’n netvlies ben ik even niet op mijn gemak. Hoeveel van die beesten zitten hier. En belangrijker, waar zitten ze! Bovenop valt t allemaal een beetje tegen, vergane glorie van wat ooit was. We gaan naar beneden en zoeken het pad weer op, maar eerst weer door die struiken. Ik let op iedere stap die ik zet.

Tarfside is ook één van de ijkpunten in de TGOC, net als Braemar. Een verzamelplek waar verhalen worden uitgewisseld. Ook zien we de dame lopen naar wie we zo hebben lopen zoeken. Zij is inmiddels op de hoogte van ons nachtelijk avontuur en begrijpt onze zorg. We horen nu ook wie de ‘boosdoener’ was. Een vrouw die haar man in het veld uit het oog was verloren is gaan lopen schreeuwen om hem te vinden. Een doodzonde in de bergen. Het is een ongeschreven wet dat je niet gaat schreeuwen als er niet echt iets aan de hand is. Ze schaamt zich meer dan diep en dat is eigenlijk wel goed.

Naast de camping op Tarfside is een kroeg. Het terras is bijna vol, maar we vinden nog een plekje. In de zon!! Een koel glas hebben we wel verdiend en anders doen we net alsof. Heerlijk, wat een kadootje. Het is een leuke gezelligheid op Tarfside. Het klontert hier wat samen van mensen die vanuit alle richtingen uit het binnenland komen.

Het was een heerlijk dagje en zo nu en dag gewoon warm. Willem zegt voor de zoveelste keer dat wij wel erg mazzel met het weer hebben. Wij hebben zoiets van; ‘We komen hier één keer, het weer is super. Ga je ons nou vertellen dat het altijd prut is, behalve die ene keer dat wij er zijn??? Tuurlijk Willem.’ Ronald en ik raken ook steeds meer op elkaar ingespeeld, wat het spel extra leuk maakt.

Ik heb nog twee maaltijden in de tas; die voor vandaag en het noodrantsoen. De chocomousse smaakt natuurlijk ook weer super. We draaien vroeg de slaapzak in, morgen wordt een erg lange en zware dag!

 

van Tarfside naar Northwater Bridge, 21 mei 2014.

Afstand; 27 km.

Dalen; 839 mtr.

Stijgen; 710 mtr.

Er zijn twee manieren om naar Northwater Bridge te lopen. Met de rivier North Esk stroomafwaarts lopen of over de Wirren. Met de rivier mee vinden we toch wel een boulevardwandeling, over de Wirren is het heuvel op en heuvel af, stijl en lang. Maar we zijn lekker ingelopen, de tas is vrijwel leeg, dus de keuze is niet te moeilijk; de Wirren! Marianne en Willem lopen langs de rivier, goede keuze vinden wij.

Vanuit Tarfside moeten we eerst de rivier over. Dat betekent dus waden, want een brug is een heel stuk omlopen.

Het water staat gelukkig niet al te hoog en de stroming valt ook mee. Voorzichtig, steunend op de stokken, lopen we over. Dan beginnen de heuvels. Pittige stijgingen en lange stukken. Zwaar, maar het gaat best lekker. Omhoog lopen doen we in ons eigen tempo, dat is het beste vol te houden.

In totaal doen we zes toppen, en dus ook zes dalen. Op een gegeven moment zien we ons eindpunt liggen; de Noordzee! Dit is zo cool, maar het geeft ook wel een kick want we gaan het dus gewoon uitlopen! Het is wel een loeizware dag; warm, veel meters stijgen en dalen en erg veel kilometers. Maar de tocht is prachtig. We lopen langs grote struiken Gaspeldoorn, die wij de Schotse brem noemen.

Het is vandaag een feestje.

Een paar kilometer voor North Water Bridge ligt het plaatsje Edzell. En daar, volgens Willem, kan je erg lekker eten! Eerst gaan we wat inkopen doen, een paar blikjes koel bier. Ronald gaat naar binnen en ik blijf bij de tassen.

‘Hé! Whe’re ya from?’ roept een man naar me. Huh?? 'We're ya from!'

Ik zeg dat ik uit Nederland kom. ‘No, where did you start!!’

Hij wil helemaal niet weten waar ik vandaan kom, maar waar ik de TGOC ben gestart. Dit evenement leeft in Schotland en je wordt dan ook op verschillende plaatsen uitgenodigd om een kop koffie te drinken met een plak cake. Zo gastvrij als ze hier zijn.

Dan gaan we een hap eten en we blijken niet de enige; voor het pand staat een lange rij met rugzakken geparkeerd. We doen ons tegoed aan een volledig verantwoorde maaltijd en sluiten af met een echte Sticky Pudding. Dat is cake met karamel, met karamel en cake. In willekeurige volgorde. Dit is zooo lekker.

Daarna moeten we nog een paar kilometer lopen, maar vallen nog niet mee. We komen pas in de vooravond aan, Willem en Marianne zijn er dan al een tijdje. Ik ben voor het eerst echt moe. Het blik bier heb ik moeite mee en laat de laatste slokken in het gras weglopen.

Dan tentje prikken, het blijft een leuke bezigheid. Ik schat dat er wel honderd TGOC  tenten staan. Overal clubjes mensen die mekaar kennen van vorige keren.

Daarna neem ik een lekkere douche en was de pijpen van mijn broek. Die waren echt smerig. Ik zag Marianne er al een paar keer naar kijken…. De zon verdwijnt vroeg achter de heuvels en dan is het snel koud. Ik wil nog niet, maar als ik er in lig, voelt het toch weer heerlijk.

 

van Northwater Bridge naar St. Cyrus a/d ZEE!! 22 mei 2014

Afstand; 14,7 km.

Dalen; 162 mtr.

Stijgen; 141 mtr.

Vandaag is de ereronde. Het laatste stukje, al moet het op je handen! We lopen vandaag van gehucht naar gehucht.

Het weer is 180 graden omgeslagen, de dreiging hangt in de lucht. Even later is het dan bal; De regenpakken gaan aan en Ronald doet zijn zuidwester op, voor de eerste keer.

We lopen lekker door, maar hoe dichter we bij het eindpunt komen hoe harder de regen naar beneden komt. Als we dan in St. Cyrus aankomen voelen we ons verzopen katten en duiken eerst een pub in; the Old Backery Coffee Shop. Dat hebben er meer gedaan. Overal hangen de jassen te drogen en staan de tassen uit te lekken.

Eerst maar lunchen, opdrogen en warm worden, daarna doen we het laatste stukje naar de zee. Als we naar buiten gaan regent het nog steeds. Dat kon natuurlijk ook niet anders, Schotland zou Schotland niet zijn als je niet een keer verzopen hebt rondgelopen.

We ontmoeten ook Belia, een goede vriendin van Willem. Zij is overgekomen om ons te verwelkomen. Met z'n allen lopen het dorp uit naar het strand. Het strand van St. Cyrus ligt aan een prachtige klif van wel 60 meter hoog in de vorm van een amfitheater. Een stijl pad naar beneden zijn de laatste meters van onze trip. Met een hele dikke smile op ons gezicht lopen we de zee in; het eindpunt. We feliciteren elkaar en ik gooi mijn steen met een grote zwaai de Noordzee in. We hebben het gehaald, in de tas!!

bottom of page